Goud

door | 2 jun 2021

Op 1 september 2012 begon ik, na functies bij de CED-Groep en ThiemeMeulenhoff, voor mezelf. Zzp’er. Zelfstandig ondernemer. Met een KvK-nummer, een btw-nummer, een website, visitekaartjes en eigen briefpapier. En ik vond het fantastisch. Ik kreeg prachtige opdrachten, genoot van het maken van eigen keuzes en van de vrijheid die ik mezelf had gegeven. Nooooooit meer in loondienst, dacht ik. En dat zei ik ook weleens. Want dat zeggen zzp’ers nu eenmaal tegen elkaar, tijdens zzp-borrels, op leuke flexplekken en op een zonnig terras op een doordeweekse ochtend.

Tot op de dag van vandaag heb ik geen spijt van die beslissing uit 2012. Ik vind mijn werk, het ontwikkelen van goed en inspirerend lesmateriaal, het schrijven, de creativiteit, nog steeds geweldig en geniet van de afwisseling in opdrachten. Maar er kriebelt ook iets, al een tijdje.

En dat is dit:

Ik wil meer de praktijk in. Het werken aan goed lesmateriaal is inhoudelijk ontzettend leuk en verveelt me ook nooit, maar ik mis wel het zicht op de directe impact in de klas. Doet het er iets toe wat ik maak? Komen de kinderen en/of de leerkrachten er verder mee? Worden ze er blij van? Natuurlijk krijg ik weleens feedback, maar vaak via een omweg, en nog vaker helemaal niet. Regelmatig dacht ik aan de toekomstplannen van de 6-jarige Marit (en de 12-jarige en 15-jarige Marit): ‘Ik word later juf!’ Maar dat is het, zeker op dit moment, ook niet helemaal. En daarbij: mijn eigen werk vond en vind ik té leuk om op te geven. Ik loste het op door maandelijks op schoolbezoek te gaan, iets wat ik sinds de start van mijn bedrijf structureel gedaan heb. Ontzettend leuk en leerzaam (zie ook mijn blogs hierover), maar toch… écht iets doen in de praktijk, écht samen met leerkrachten en kinderen resultaten bereiken, dat is toch iets anders.

Ik wil weer bij een clubje horen. En ik had nooit gedacht dat ik dat zou zeggen. Tot 2018 had ik namelijk heel sterk het gevoel dat ik bij clubjes hoorde. Privé sowieso, daar hoor ik nog steeds bij vriendenclubjes, bij mijn fietscluppie, bij clubjes van (kinder)boekenliefhebbers, theaterfans, Schiermonnikoog-verslaafden, enzovoort. En in het werk hoorde ik bij zzp-clubjes en bij clubjes van opdrachtgevers, waar ik regelmatig hele dagen op kantoor zat. Sinds 2019 doe ik, als gevolg van mijn ziekte, vooral schrijf- en redactiewerk vanuit huis. Inhoudelijk nog altijd erg leuk, maar ook een stuk eenzamer. En net toen ik in het voorjaar van 2020 dacht: nu ben ik wel weer toe aan een klus op kantoor, in een spilfunctie, in een team met anderen… toen kwam er een wereldwijde pandemie en zat ineens iedereen thuis ‘allenig’ te zijn. Ik heb zin in een vast clubje mensen om mee te sparren, om van te leren, om samen mee op te trekken en om teamuitjes mee te doen.

Ik wil meer financiële zekerheid. Ik heb er nooit een geheim van gemaakt dat ik in 2018-2019 een tijdje uit de running ben geweest wegens kanker. En ik kan er kort over zijn: het was een duur jaar. Dankzij een goede buffer heb ik het gered en daar ben ik supertrots op. Nu is het tijd voor wat meer rust in de vorm van een (deels)vast inkomen.

Ik begon na te denken over een baan in loondienst.

‘Maar Marit, zzp’ers willen toch nooit meer in loondienst?’

Jawel, hoor, dat willen ze best! Zoals een collega laatst tegen me zei: ‘Die stellige uitspraken over nooit meer in loondienst willen, zijn een mythe die we zelf in stand houden.’ En dat klopt. Ieder mens zoekt bevestiging in het idee dat hij/zij de juiste beslissingen heeft genomen. Ben je ondernemer, dan benadruk je graag de voordelen van het ondernemerschap, terwijl je echt weleens stiekem nadenkt over de voordelen die je vrienden in loondienst hebben. Werk je in loondienst, dan benoem je liever de voordelen van een dienstverband, terwijl je weleens met een schuin oog naar je ondernemende vriendinnen kijkt. Zo werkt het nu eenmaal.

En dus ga ik nu voor ‘the best of both worlds’.

Met ingang van 15 juni 2021 ga ik aan de slag als leesmediaconsulent bij Bibliotheek Rijn en Venen, locatie Nieuwkoop. Op negen basisscholen ga ik directies, leerkrachten, kinderen en ouders adviseren en begeleiden bij het bevorderen van de leesontwikkeling en het leesplezier van kinderen op school en in de bibliotheek, vanuit de landelijke aanpak ‘de Bibliotheek op School’. Dus: in gesprek met directies over het leesbeleid, het trainen en opleiden van leerkrachten, de schoolbieb inrichten, lesgeven aan kinderen, inspiratiebijeenkomsten voor ouders organiseren/bijwonen, enzovoort. Een supermooie functie, waarin mijn liefde voor het onderwijs en mijn passie voor lezen/kinderboeken/jeugdliteratuur op een prachtige manier samenkomen.

En… ik blijf ook twee dagen per week zzp’en in het werk dat ik al jaren met plezier doe: de ontwikkeling van lesmateriaal (schrijven, onderwijskundige (eind)redactie, enzovoort).

Twee banen die elkaar perfect aanvullen, waarin ik alles kan doen wat ik leuk en belangrijk vind, waarin ik me verder kan ontwikkelen en nieuwe uitdagingen vind, waarin ik direct in de praktijk én meer op de achtergrond kan werken, die me financiële rust en zekerheid geven, waarin ik inzichten en ervaringen over en weer kan toepassen en waar ik veel energie van krijg. Nu al.

Ik heb er zó veel zin in!

En wat dat goud hier bovenaan de blog doet? Onlangs volgde ik een workshop ‘Life Design’, waarbij we op zoek gingen naar meer GOUD in ons leven, in onze (werk)week. Ik geloof dat ik dat gevonden heb.